In Arc-et-Senans bezochten we eerst een majestueus gebouwencomplex, nu Uneso-werelderfgoed. Architect Ledoux pootte hier een dorp neer om het zout uit het water te halen dat 14 kilometer verder werd opgepompt. Hier vonden ze hout in de nabijgelegen bossen om de ovens mee te voeden, die het water deden verdampen tot het zout overbleef. Water kan je makkelijker vervoeren dan hout. Het complex deed ons een beetje denken aan onze mijnsite Hornu. Ook hier vinden enkele musea hun onderkomen.
In Salins-les-Bains bezochten we een oudere zoutwinning. Reeds in de Middeleeuwen bouwden ze hier met de Romaanse kerktechnieken, een gebouw onder de grond om er zout uit het water te ontginnen. Later werd door de zoutlaag gegraven, zodat het zoutgehalte spectaculair steeg.
Ik had nog een natuurwandeling voorzien naar de bronnen van de Lison, een trekpleister voor toeristen in de Jura. Mijn buikgevoel - ja, mannen hebben dit ook - vertelde mij dat we de camperplaats aldaar best zo snel mogelijk gingen opzoeken. Ik kreeg gelijk: om 17 uur waren de zes plekken bezet. De mooie camperplaats ligt wel in een kom, zodat de warmte blijft hangen. Een sauna hoeft echt niet vandaag, we zitten erin.
Oh ja, nog dit: gisterenavond kozen we voor een bistrootje, op tien minuten wandelafstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten