donderdag 12 april 2018

IJlst

Friese kinderen hebben geluk.  Ze schrijven hun taal zoals je het uitspreekt: akwadukt, garaazje.  Oes Nest is gesetteld in Drylts of IJlst in het Nederlands.  Sommige eigennamen zijn herkenbaar in het Fries, maar andere klinken compleet anders.
Geen zon, geen short, die ligt terug opgeborgen onder het bed.  We stonden op met een gure oostenwind.  Ik had wel goed geslapen.
Sloten is de kleinste onder de Friese steden.  Deze parel ligt binnen de wallen en bastions en dankzij zorgvuldige restauraties is het charmante karakter van het vestingstadje behouden gebleven.  Een lange rij lindebomen, de stoeppalen, de Friese klinkers en de fraaie gevels geven de kaden langs het Diep een nostalgisch  aanzien.
IJlst is het hoofddorp van de gemeente Wymbritseradiel.  Je mag ook geen stuk in je kraag hebben als je deze naam moet uitspreken indien je verloren bent gelopen.  Opnieuw vind je langs de boorden van de Ee lindebomen, maar het zijn vooral de mooie overtuinen die het stadje een idyllische aanblik geven.
Geloof niet altijd de recenties op campercontact.  We reden met de camper door naar Sneek omdat daar een camperplaats lag met een beoordeling van 8,8 gelegen achter een hotel/restaurant.  Je mocht er gratis staan als je een avondmaal nuttigt, maar wij vonden de locatie maar niets te midden van muren.  We keerden daarom terug naar IJlst, waar we nu staan naast een fierljepbaan.  Ik nodig je uit om de betekenis van fierljeppen op te zoeken.
Vanuit IJlst maakten we een korte fietstocht van zo'n twintig kilometer om zo Sneek opnieuw te bezoeken, onze laatste elf-steden-stad van onze reis.  Sneek is geen toeristische trekpleister.  Het is vooral een winkelstad voor de lokale bevolking.  Er zijn nog weinig authentieke woningen te vinden.
Vanavond gaan we uit eten in de stadsherberg het wapen van IJlst.  Rudi heeft gelijk, je kan in Nederland ook lekker en vooral goedkoper eten dan in België.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten