Het laatste avondmaal
op Deense bodem, wordt spaghetti
bolognaise, home-made, de ideale manier om een prachtige reis af te sluiten.
We hebben er alles uitgeperst om
tot het laatste ogenblik van Denemarken te blijven proeven.
Ik schreef al enkele keren één van de oudste in mijn blogs, maar nu
kan ik gegarandeerd schrijven: Ribe is de oudste stad van Denemarken. Het was één van de hoogtepunten van onze
reis. Het bestuur van Ribe schreef tientallen jaren geleden subsidies uit voor eigenaars die hun huis in Ribe
renoveerden met aandacht voor het originele uitzicht. Zo is Ribe een stad geworden waar je het
gevoel hebt in de tijd terug te keren.
De machtige Dom staat een paar meters lager dan de rest van de stad,
maar architecten hebben dit ingenieus opgelost door rondom de kerk een hellend
vlak te bouwen.
In de voorbereiding was eventueel
voorzien om via de Duitse en Nederlandse waddeneilanden huiswaarts te keren,
naar aanleiding van een mooie natuurdocumentaire op Canvas. Maar aangezien we een week te kort hebben,
moesten we dit plan laten varen. Toch
bezochten we vandaag het Deens waddeneiland Rømø, dat bereikbaar is met een
tien kilometer lange weg over zee.
We doorkruisten met Oes Nest de
drie wegen die er zijn en hielden telkens halt voor een highlight van het
eiland: de vissershaven van Havneby, het visserskerkje van Kirkeby en de immense
schapen- en koeienweiden van Juvre. In
Toftum vonden we nog met behulp van Google Maps een omheining van
walvisbeenderen.
We staan nu op de mooie camping
van Ballum, uitgebaat door Nederlanders, zodat we onze moerstaal konden
gebruiken aan de receptie. Onze tafel en
stoelen staan weer buiten, want het weer was weer eens prachtig vandaag, echt
moslimweer, rond de vijfentwintig graden met een sluierbewolking. Nooit
gedacht dat onze laatste week het beste weer zou opleveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten