Zondagmorgen fietsten we langs de Samber naar Thuin, een ons niet onbekend stadje dat we vier jaar geleden bezochten op mijn verjaardag in de winter. Vandaag konden we het belfort wel bezoeken. Een metalen trap met gaten voerde ons 75 meter hoog tussen de klokken en de beiaard. Om elf uur daverde de beiaard op zijn grondvesten, toen de bronzen klok elf slagen te verwerken kreeg. Thuin bezit ook hangende tuinen (of spreken ze hier van thuinen???) op zijn zuidflank tegen de stadsmuur. De tuintjes zelf kan je niet bezoeken, maar je kan er wel langs flaneren.
Het zonnetje deed zijn best toen we op de grote markt proefden van een ADA, een biertje van Abbay d'Aulne (sorry broere, dat het weer over drank gaat).
's Namiddags bezochten we de ruïnes van de Cysterziënzersabdij. De audiogids bleek een folder te zijn, maar gelukkig wel in onze moedertaal. Het valt trouwens op dat alle toeristische informatie tweetalig is.
's Avonds genoten we van een schotel met grillades in een Grieks restaurant op wandelafstand van onze mobilhome. Een muzikant toverde heerlijke melodieën uit zijn saxofoon, maar lang duurde het jammer genoeg niet.
Vandaag reden we naar het dorpje Lobbes, waar we onze Ravel 3 verder zetten richting Franse grens langs de Samber met als eindpunt het jachthaventje van Erquelinnes. Onderweg probeerden we een panorama mee te pikken over het landschap met de Samber, maar de bewegwijzering had danig te lijden onder vandalisme en het weer. Het viel ons op hoeveel afval er lag langs de Samber. Vuilnisbakken waren overvol of kapot, zitbanken waren vernield. Jammer, want het is een prachtige streek, waar sommige, ik vermoed inwoners, weinig respect voor hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten