donderdag 15 februari 2018

Hoeilaart

Sedert Oes Nest 1 en 2 bezochten we jaarlijks Brussel.  2017 was een uitzondering, hoog tijd dus om deze traditie verder te zetten.  Brussel is en blijft een miskende stad, zeker voor wij Vlamingen.  Buitenlandse toeristen weten deze stad wel te vinden, maar welke Vlaming kan zeggen dat hij al op citytrip geweest is naar Brussel?  Weinigen, dunkt me.

Gisteren hadden we de keus tussen Aswoensdag en Valentijn.  We kozen voor de tweede optie.  Sabrina moest nog werken in de voormiddag.  Ik parkeerde op de middag onze mobi nabij het mooie culturele centrum van onze stad, waar ook een charmante brasserie in gehuisvest is, die voor €11 soep met een lekkere dagschotel op de kaart hebben staan. Na gevulde tomaat met gekruid gehakt, wat groen en drie pureeballetjes, startten we onze trip richting Terhulpen, wat in Waals Brabant ligt aan de rand van Brussel en beter gekend is als La Hulpe (de plek waar onze Toots is begraven).  We kennen deze plek, want we stonden er reeds drie keer nabij  het Fondation Folon, met even verder het prachtig domein rond het kasteel van de industrieel Solvay.  Het is er altijd heel stil staan, zo ook  vannacht.  We maakten een kleine wandeling van een uur.  In Oes Nest begon ik traditiegetrouw (alweer), aan een boek, deze keer één van Toni Coppers: De zaak Margritte.  Ik lees graag boeken die ter plekke afspelen waar we verblijven.  Thuis kijken we zelden naar het journaal, maar 19u is vaak in de mobi het tijdstip waarop Sabrina zich naast me komt zetelen om samen naar het nieuws te kijken.  De avond sloten we af met de laatste aflevering van Band of Brothers, een schitterende reeks over een compagnie tijdens de tweede wereldoorlog en de eerste aflevering van De infiltrant, wat na één aflevering stukken beter oogt dan het tweede seizoen van Salamander.

Sabrina had voor vandaag een Art Deco-wandeling voorbereid in Elsene.  Ik had via Waze een parkeerplaats geprogrammeerd nabij een kerk in Elsene, maar al snel bleek dat dit niet haalbaar was met onze camper.  Elke parkeerplaats was bezet, zodat we besloten terug te rijden richting Groenendaal omdat we even buiten het centrum enkele parkeerplaatsen hadden gezien waar we Oes Nest kwijt konden langs de weg.  Met onze stalen rossen reden we tot de abdij Ter Kameren, de start van onze negen kilometer lange wandeling.  We ontdekten er huizen van Victor Horta, maar ook van Paul Hankar en Van Rysselberghe, minder bekende namen dan Horta, maar dezelfde stijl.  Rond 15u30 draaiden we de parking op nabij het station van Hoeilaart om de rest van de dag te leegaarden, met ons boek en een aperitiefje.  Voor vanavond staat een broccolischotel op het menu, niet zelf gemaakt, maar gekocht op onze dinsdagmarkt. Tot de volgende.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten