Trebon

Holašovice (ik heb de naam gecopypasted uit een reisverslag) is slechts een plein groot, maar toch werd het door UNESCO op de lijst gezet van werelderfgoed, dank zij de inspanningen om de traditionele boerderijen in ere te herstellen in hun typische decoratieve stijl die bekend staat als volksbarok, met voluten en trechtergevels, zwierige krullen en andere decoratieve ornamenten. Voeg daarbij de typische pastelinten en je waant je in Scandinavië. In het midden van het plein dat eigenlijk een grasveld is, ligt de typische vijver waarin vaak karpers worden gekweekt, een vis die hier overal de kop op steekt.

Na Holašovice reden we door naar České Budějovice, een bijzonder charmant stadje, waarvan we enkel de oude stadskern bezochten.  De verfwinkels doen hier waarschijnlijk gouden zaken, want de meeste gevels zijn geschilderd.  Het vierkante plein in het midden zou één van de grootste zijn van Europa.  Geen idee of dit klopt, maar het plein mag er zijn, met aan de ene kant het stadhuis en aan de overkant de Zwarte Toren of Cerna Vez.  De stad is vooral bekend voor het wereldbekende bier met de naam Budweiser.

Het hoogtepunt van onze dag werd het merengebied van Trebon, dat geschiedkundig zijn gelijke kent in de Weiers bij ons in Limburg.  De vele meren zijn door mankracht ontstaan, met als voornaamste doel: het kweken van ... karpers.  Een Tsjechisch kerstdiner zonder karper is hier ondenkbaar.  Een fietsroute van 42 km slingerde ons langsheen de vele watertjes, meertjes, maar ook grote waterplassen, waarvan we betwijfelen of hier een schop aan te pas kwam.

We staan nu op een Autokemp voor één nacht.  Wie ons regelmatig volgt, vindt het misschien vreemd dat we alweer op een camping staan, maar in Tsjechië mag je niet vrij overnachten en er zijn weinig camperplaatsen.

Vanavond keren we met de fiets terug naar Trebon om uit te eten, als het niet regent.  We zijn ervan gespaard geweest tot nu toe, maar de hemel zit nu weer toe.